Bij Spectrum hanteren we een omgevingsgerichte aanpak bij het uitvoeren van onze projecten voor sportveldverlichting. We beseffen dat sportvelden vaak gelegen zijn in een omgeving waar niet alleen bebouwing aanwezig is, maar ook flora en fauna. Hoe we deze aanpak afstemmen op de verschillende verlichtingsniveaus voor competitiesporten lees je in deze blogpost.
Vereisten voor sportveldverlichting
Bij het ontwerpen van sportveldverlichting zijn er specifieke vereisten waaraan voldaan moet worden. Voor dit ontwerp vroeg de klant om de sportveldenverlichting in overeenstemming met de eisen van de NEN12193 sportveldverlichting en de NOC-NSF. Deze eisen zijn bedoeld om aan te tonen dat de verlichting is ontworpen voor de juiste verlichtingsklasse, rekening houdend met verschillende verlichtingsniveaus voor nationale competities, amateurwedstrijden en trainingssessies. Voor de waarneming van het spel is het gebruikelijk de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte (Ehor,gem) te hanteren als maatstaf voor de kwantiteit van de verlichting en zorgt de gelijkmatigheid ervoor dat er geen hinderlijke donkere plekken op het speelveld bevinden.
Bij de buitensport worden de spelers verlicht door middel van een heldere lichtbronnen vanuit een beperkt aantal richtingen, die gewoonlijk tegen een donkere achtergrond worden waargenomen. Daarom is voor hen zowel onbehaaglijke als storende verblinding niet helemaal te vermijden. Spectrum houd in het lichtontwerp rekening met de maximale verblindingswaarde volgens de richtlijn in termen van GR (Glare Rating).
Aanpak van een project sportveldverlichting door Spectrum
Om lichthinder te beperken en het donkere landschap te beschermen, staat in het Activiteitenbesluit Milieubeheer welke regels gelden voor welke milieubelastende activiteiten. Volgens dit besluit dient de verlichting uitgeschakeld te zijn wanneer er niet wordt gesport en in ieder geval tussen 23.00 uur en 07.00 uur. Tijdens de branduren van de verlichting houden we ons aan de lichthinderrichtlijn van de NSVV, die grenswaarden bepaalt voor verschillende effecten van lichthinder door kunstlicht. In deze richtlijn worden limieten gesteld aan de lichtsterkte (hoeveelheid licht dat in een bepaalde richting wordt uitgezonden in Candela) van het armatuur, de verticale verlichtingssterkte op de gevel en de lichtgloed die veroorzaakt door strooilicht boven de horizontale as van het armatuur (ULR).
Kunstverlichting veroorzaakt in principe altijd een verstoring van de natuur, doordat hiermee een niet-natuurlijk element wordt toegevoegd. Welke effecten dit veroorzaakt is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de hoeveelheid en de kleur van het licht, maar is vooral afhankelijk van het soort dier of plant.
Om te voldoen aan deze richtlijnen en overlast voor natuur en omwonenden te minimaliseren, voegen we een lichthinderonderzoek toe aan onze lichtplannen. Dit onderzoek toont aan dat strooilicht buiten de sportvelden geminimaliseerd wordt. In de lichtberekeningen worden, in overleg met de opdrachtgever, ecologische zones toegevoegd aan de lichtberekening. In deze zones wordt getoetst of de sportveldverlichting tot een minimum wordt beperkt om de natuurlijke leefomgeving van bepaalde diersoorten niet te verstoren.
Bij een voor sportveldverlichting kijken we niet alleen naar het sportveld zelf, maar streven we naar een omgevingsvriendelijk lichtontwerp. Dat doet Spectrum bij al zijn ontwerpen. Dit wil zeggen dat we zorgen voor een goede balans tussen:
- de richtlijnen,
- de menselijke behoeften
- het behoud van flora en fauna.
Op deze manier kunnen we een duurzame en harmonieuze oplossing bieden voor sportveldverlichting en het omringende groen.